Dit korte verhaal heb ik een tijd terug geschreven. Het is bedoeld om spanning op te brengen en er zit een bekend verhaal achter verstopt.
Het was nacht. De wind suisde langs onze oren die koud aanvoelden. Diep weggedoken, weggedoken zodat het ons niet kon vinden. Plotseling voelde ik een zware, grote hand op mijn schouder en draaide me met een ruk om. Ik keek recht in het gezicht van het beest. Een afzichtelijk beest. Een afgrijselijk groot beest. Met scherpe tanden en enorme oren. Ik was zo geschrokken dat ik geen woord kon uitbrengen. Opeens gaf het een vreselijke schreeuw en viel het voor mijn knieen op het mos dat gelijk met bloed werd doordrenkt. Ik zag een dolk in zijn rug. Pedro's dolk. Ik keek naast me en zag dat hij weg was. Ik stond met trillende benen op. 'Pedro!' riep ik met zo'n schorre stem dat ik zeker wist dat hij me niet zou horen. Ik keek om me heen. Bomen. Alleen maar bomen. Ik keek weer naar de wolf en haalde met een ruk de dolk uit zijn vacht. Ik trok mijn kap ver over mijn hoofd die in plaats van rood bruin was geworden. 'Demi!' hoorde ik roepen. Het was Pedro's stem. ik zag iets bewegen. Het was hem. Hij had de tas. Ik rende naar hem toe. Het was een valstrik.
Comments
Post a Comment