Skip to main content

een nieuwe wereld


Een nieuwe wereld, dat is waar dit verhaal over gaat. Maar dan iets anders. Dit is het begin van een verhaal dat ik misschien verder ga maken.

De zon kwam op. Zonnestralen vielen op de natte bosgrond. De bomen leken groener te worden en de bladeren op de grond leken goud. Uit een hol in de grond kwamen twee oren. Roodbruine vacht, nog niet zo dik. Even later kwamen er vijf vosjes uit gesprongen. De eerste ging al gelijk op onderzoek uit. Hij stook zijn snuitje in de lucht. De lucht rook anders. Anders dan in het warme, donkere hol. Waar alle geuren van zijn broertjes en zusjes over elkaar heen tuimelden. Maar de geur van moeder overheerste altijd. Nu waren ze op de natte grond. Het groene ruikt fris, maar goed. Net als de andere onbekende geuren. Het groen met kleuren ruikt nog beter. Hij kauwde op de blaadjes. Het smaakte vies. Moeders warm smaakte beter. Hij rende terug naar het hol, waar zijn broertjes en zusjes stonden te aarzelen. Waarom wachten jullie? Kom spelen! Het eerste vosje rende bijna zijn zusje omver, die verontwaardigd een stukje naar moeder kroop. Die kefte hem straffend toe, hij was veel te onvoorzichtig. Ze stond op en begon het bos in te lopen. De kleine vosjes dartelden achter haar aan.

Comments

Popular posts from this blog

About war

When all the things you tried to think were good have suddenly become the source of fear, then at the very place where you first stood has someone dropped an unforgivenlly tear. And on the ground where those now lit the lights I'm standing still but without things to know 'Cause we all be and go just like the tides and can not say: Oh time, I miss you so. Yes, everyhting has changed and not a sign of knowledge here is to be claimed as mine.

Steenkoud

Dit verhaal gaat over Dordrecht en over winter.

twee kanten

Voorzichtig sloeg ze de bladzijde om. Hier, in het kapelletje, las ze graag. Ze, een meisje met kort, donker haar en nog donkerdere ogen, deed niets liever. Ook nu kon ze haar ogen niet van het boek afhalen. Ze hield haar adem in toen ze las dat het monster achter hem stond, terwijl hij dat niet doorhad. Voor de zekerheid keek ook zij even over haar schouder. In een waas zag ze een kleine gedaante staan. Ze schrok en keek beter. De lucht om haar heen leek ineens ijzig koud te worden toen ze zag wie het was. Ze keek recht in de ogen van een meisje met kort, donkerbruin haar en bruine ogen. Maar dit kon niet. Ze keek naar haar eigen handen, om zeker te weten dat ze zelf nog op het bankje zat. Toen keek ze weer naar het meisje. 'Wie ben je?' kon ze uitbrengen. 'Ik ben jou', antwoordde dezelfde stem. Dit kan niet, dacht ze weer. Haar hart klopte in haar keel toen het meisje dichterbij kwam. 'Wees niet bang', zei het meisje met een glimlach waar diepe haat in ve...