Dit is een kort vervolg dat ik heb geschreven op het eerste boek van de serie Torak en Wolf.
Toen Torak de berg af liep, had hij het gevoel dat hij werd bekeken. Hij draaide zich om, maar zag alleen kale rotsen met hier en daar een plantje dat de hoogte trotseerde. Niets om bang voor te zijn. Met een zucht wandelde hij weer richting het ravenkamp. Toen hij een aardig eind had gelopen, zag hij dat het al begon te schemeren. Hij vond een boom die tegen een paar rotsen gevallen was en besloot hier te overnachten.
Renn schrok wakker. Ze had een
verschikkelijke droom gehad. Ze wist gelijk dat dit niet een normale droom was.
Het was er een met felle kleuren, net echt. Die had ze al vaker gehad en
meestal kwamen ze uit. Ze zag het beeld weer voor zich. Een kleine gestalte,
als een zwarte schim. En dat gezicht, was afgrijselijk. Maar het ergste was dat
ze Torak ook had gezien. De schim was vlakbij zijn onderkomen geweest . Zo
dichtbij dat het hem had kunnen aanraken. En ze wist wie het was. Hemlat. Ze
was erg schuw, ze laat haar gezicht nooit zien, en ze doodt soms, zonder reden.
Wie haar gezicht zou zien, zou haar kunnen doden.
Wolf was onrustig. Er knaagde iets aan
hem. Hij vond het fijn bij de roedel op de berg, maar hij miste Zonder Staart.
Hij liep rondjes en knaagde aan een tak, maar niets hielp. Hij besloot om naar
hem op zoek te gaan. Weg bij de roedel, waar hij zich zo veilig voelde. Hij
rende de berg af, het dal in. De andere dieren in het woud schrokken van hem,
maar kwamen er al snel achter dat hij geen jacht op hen maakte. Hij snoof de
geuren op en kon ze zonder moeite allemaal plaatsen. Op één na. Deze geur rook
slecht. Hij rook ook de geur van Zonder Staart. En die was vlakbij de slechte
geur. Hij begon harder te rennen, en vloog tussen de bomen door. Toen hij
dichterbij was gekomen, zag hij het licht met de hete beet. Hij voelde spanning in de lucht, van de
slechte geur, maar hij zag niks.
Torak werd wakker van iets nats. Hij
opende zijn ogen en keek in de ogen van Wolf. Hij lachte en werd overladen door
knuffels en zachte beetjes. Hij verborg zijn gezicht in de vacht van zijn
vriend. Wolf draaide zijn oren. Vannacht, slechte geur. Torak vroeg: 'wat
bedoel je?" . Hij zag aan wolf dat hij het ook niet goed wist.
Toen zag hij dat Wolf verstarde. Hij
keek naar een paar bomen verderop. Torak keek snel om, maar zag niets. Vreemde
geur, dichtbij. Vertelde Wolf hem. Torak stond op en tuurde tussen de bomen
door. Ineens schrok hij. Had hij echt een zwarte vlek voorbij zien flitsen?
Opeens voelde hij iets op zijn schouder. Hij draaide zich met een ruk om en zag
een kleine gestalte.
Renn had het kamp kort geleden verlaten
en zag nu al Torak staan. Ze minderde vaart om geen geluid meer te maken. Ze
zag dat Hemlat vlakbij hem stond, alleen wist hij dat nog niet. Ze ging
stilstaan om goed te kunnen schieten. Ze richtte haar pijl zorgvuldig, en liet
los.
Comments
Post a Comment