Skip to main content

blauw



Het blauwe uur van de avond is aangebroken.
De lucht koelt af en de stemmen worden zachter.
Het is de tijd van de zwaluwen.
De dag is voor de hittedieren, maar de blauwe koelte is voor de dieren die hun vrijheid koesteren.
Tuimelend tussen bomen door.
Genietend van het zachte blauw dat langzaam maar zeker een paarse gloed begint te krijgen.
Alleen vergezeld met elkaar, want de mensen houden niet van het blauwe.
Vreugde, droefheid, angst.
Ze vertellen elkaar verhalen en zingen slaapliedjes toe.
Snel, want het blauwe is bijna voorbij.
Één voor één floepen ze aan.
De lichten die de sterren ervan weerhouden advies te geven aan de personen op aarde die dat hard nodig hebben.
Het signaal dat ze verteld dat de nacht niet van hen is.
De verhalen worden afgeraffeld, de liedjes gestaakt.
Langzaam wijken ze uiteen, om het volgende blauwe uur weer te zingen en te dansen.


Comments

Popular posts from this blog

About war

When all the things you tried to think were good have suddenly become the source of fear, then at the very place where you first stood has someone dropped an unforgivenlly tear. And on the ground where those now lit the lights I'm standing still but without things to know 'Cause we all be and go just like the tides and can not say: Oh time, I miss you so. Yes, everyhting has changed and not a sign of knowledge here is to be claimed as mine.

Steenkoud

Dit verhaal gaat over Dordrecht en over winter.

twee kanten

Voorzichtig sloeg ze de bladzijde om. Hier, in het kapelletje, las ze graag. Ze, een meisje met kort, donker haar en nog donkerdere ogen, deed niets liever. Ook nu kon ze haar ogen niet van het boek afhalen. Ze hield haar adem in toen ze las dat het monster achter hem stond, terwijl hij dat niet doorhad. Voor de zekerheid keek ook zij even over haar schouder. In een waas zag ze een kleine gedaante staan. Ze schrok en keek beter. De lucht om haar heen leek ineens ijzig koud te worden toen ze zag wie het was. Ze keek recht in de ogen van een meisje met kort, donkerbruin haar en bruine ogen. Maar dit kon niet. Ze keek naar haar eigen handen, om zeker te weten dat ze zelf nog op het bankje zat. Toen keek ze weer naar het meisje. 'Wie ben je?' kon ze uitbrengen. 'Ik ben jou', antwoordde dezelfde stem. Dit kan niet, dacht ze weer. Haar hart klopte in haar keel toen het meisje dichterbij kwam. 'Wees niet bang', zei het meisje met een glimlach waar diepe haat in ve...